Dit is een series waarin ik mijn ervaringen deel als nieuwe student in de hoofdfase van de opleiding CMD. Ik zit in de minor GD3D, een bundeling van de twee minors Game Design en 3D; dit is het eerste semester waarin de combinatie van minors geprobeerd wordt.

Gesprekken met docenten over leerdoelen, de loop van het project en meer

Een belangrijk onderdeel van de opleiding zijn de gesprekken (“consults”) met de docenten. Omdat er relatief weinig contacturen zijn moet je zelf zorgen voor afspreken met de docenten als je vragen wilt stellen. Vaak kan dit gewoon via een berichtje op WhatsApp, maar sommige docenten hebben liever dat je de website van de opleiding gebruikt of een e-mail stuurt om een afspraak te maken. Dit geldt allemaal net zozeer in de hoofdfase als in het propedeuse jaar.

Eerst hadden we gesprekken met Jeroen en Stephan over de loop van het project en hoe we het beste verder konden gaan. De docenten zeiden beiden dat het opstarten van een project vaker erg moeizaam is en dat wat er bij ons gebeurde niet heel vreemd was. Pas later in het project begint het vaak een stuk duidelijk te worden.

“Het opstarten van een project loop heel vaak erg moeizaam”

In ons geval hadden we last van onduidelijkheid over de opdracht; de opdrachtgever is niet super duidelijk met wat hij nou eigenlijk echt wil bereiken met het project dus we zijn maar gewoon begonnen met een aantal brainstormsessies zodat we in ieder geval wat voor konden leggen. Dat is echter niet volgens de Design Thinking methode, die we hier wel zoveel mogelijk aan willen houden. Nu lopen we een beetje vast en het helpt niet dat we ook nog niet een definitief gedefinieerde doelgroep hebben. De docenten vertelden ons dat we nu gewoon verder meoten met wat we hebben; dus het concept concreet maken en een doelgroep stellen en dan kunnen we zo snel mogelijk bezig met een prototype dat we kunnen testen. De volgende iteraties en sprints kunnen we dan het concept en het prototype wel weer verbeteren, én gebruik maken van Design Thinking. Dat wil nu niet meer echt.

Durf de docenten te vragen

Een paar dagen later hadden we een consult met Vincent, een conceptingdocent. Daar hebben we veel aan gehad, omdat we een aantal vragen hadden waardoor we moeilijk verder konden met het project. Ook hebben we dingen gevraagd over onze leerdoelen en wat het verschil nou precies is tussen basis en gevorderde conceptingpunten. Het antwoord hierop, heel kort samengevat, was dat bij gevorderde concepting er veel bewuster nagedacht wordt over de gevolgen van het uitvoeren van een concept.

Bij gevorderde concepting wordt er veel meer nagedacht over, “wat gaat dit concept nou eigenlijk doen bij mijn gebruiker?”

Ook hebben we een ander perspectief gekregen van Vincent over onze doelgroep. Hier viel echter niet iets heel concreets over te vertellen omdat we nog steeds niet zeker wisten wat onze opdrachtgever nou eigenlijk echt van ons verwachtte en wat hij wilde bereiken.

Het idee om project mapping te gebruiken is cool maar we moeten oppassen dat we ons er niet aan vast klampen: als het niet kan of geen positieve reacties krijgt van de doelgroep tijdens het testen, zullen we het los moeten laten. Dat is jammer maar als het niet effectief is hebben we er vrij weinig aan. De enige manier om dit zeker te weten is door te testen. Maak een prototype, test het bij de doelgroep. Alleen dán krijgen we concrete antwoorden en het is belangrijk om te beginnen met het doorhakken van knopen, anders duurt het allemaal te lang en komen we niet echt vooruit met het project.